Struiken met vruchten die goud waard zijn

29 september 2014 - Persepolis, Iran

Hier nog een verslag beste mensen, omdat we zo lang geen internet hadden duurde het even. 

Het dorpje Bavanat ligt tegen de bergen aan. Hier woont het Kamesh nomadenvolk We rijden door gortdorre woestijnvlakten. Zo'n lange rit door de woestenij hebben we nog niet gehad. Hier groeit bijna niets meer. 

Heel af en toe rijden we door een oase, met struiken die goed bewaakt worden. Bij ieder veld staat een hut van takken en stro, met meestal een brommertje er naast. Soms staat de hut op een heuvel voor een betere uitkijk en af en toe is de hut op palen gebouwd. Het gewas moet goud waard zijn.

We stoppen bij een groep plukkers met verwilderd haar en doeken - als tulbanden - om hun hoofd. Ze zijn donker van huidskleur, een paar hebben een stevige baard. Eerlijk gezegd zien ze er woest uit. Het zijn toch gewoon Iraniërs. Eerst kijken ze wat argwanend en verbaasd. Als we salaam groeten en vragen wat ze plukken komen ze langzaam los. Een voorman plukt een vrucht van de boom en pelt het. Het is een pistachenoot. Ze zijn echt groot: superklasse A. Voor de boycot werden ze naar de USA geëxporteerd. We krijgen een handje vol. Dan loopt hij naar zijn auto en pakt een boodschappentas. Ondanks dat we steeds zeggen genoeg, genoeg, is de tas na een tijdje tot de rand gevuld. De tas barst bijna uit elkaar. Ze maken lol en willen op de foto. De meesten hebben een mobiel en willen een plaatje voor thuis - als bewijs. We praten over waar we vandaan komen en waar we naar toe gaan. Over Nederland ook. We geven de plukkers een hand  en vertrekken weer - harrd zwaaiend en claxonnerend.